Ontwikkeling nieuwe kwaliteitsstandaard: Zingeving en Spiritualiteit als onderdeel zorg en behandeling

21 september 2021

Binnen de ggz is er behoefte aan handvatten om mensen met een psychische kwetsbaarheid beter te ondersteunen bij zingevingsvraagstukken in relatie tot hun ziekte. Vanaf december 2020 werken ervaringsdeskundigen, naasten en professionals onder begeleiding van Akwa GGZ aan de nieuwe generieke module Zingeving en Spiritualiteit. Hoe verloopt het ontwikkelproces, hoe krijgt de samenwerking vorm en hoe gaat men om met verschillende visies en meningen? Anja Zimmermann, beeldend therapeut en docent vaktherapeutische beroepen aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, en Ben de Boer, geestelijk verzorger bij Arkin, delen hun ervaringen over de totstandkoming van de module.

Beleving van het thema zingeving en spiritualiteit bij ggz-professionals

Anja: “Als beeldend therapeut heb ik vooral gewerkt met mensen met een verstandelijke beperking, hun naasten en professionals. Zingevingsvraagstukken speelden een belangrijke rol, bij hen en bij mij, in relatie tot het lijden van veel mensen met een verstandelijke beperking. En dan vooral hoe daarin naar morele dilemma’s en problemen van cliënten werd gekeken. Zingeving vraagt om een open ruimte, zonder als doel te hebben uit te komen bij een bepaalde religie of zingeving. Dit vraagt ook om zelfreflectie van de professional. Als je bijvoorbeeld bang bent voor de dood of er nooit over hebt nagedacht, is het vaak lastig om het er open over te hebben met je cliënt of hun naasten. Bijvoorbeeld bij doodswensen van cliënten of bij ernstig lijden, vertwijfeling of hopeloosheid. Zingeving en spiritualiteit is een thema dat er altijd is en zich op verschillende momenten in het leven aandient. Het is belangrijk dat je als professional hier de tijd voor kunt nemen, een luisterend oor biedt en je misschien ook laat bijscholen of op een andere manier reflecteert op het onderwerp. Ik hoop dat de module hier recht aan doet.”

Ben: “Als geestelijk verzorger is zingeving en spiritualiteit een centraal thema in mijn werk. Ik werk in Amsterdam en ben met veel verschillende mensen in gesprek over hun vragen bij het leven. In klinieken, maar ook thuis en wandelend op straat. Jonge mensen die net een psychose hebben doorgemaakt, hoe ga je verder met de studie? Met vrienden? Dan weer ouderen die de balans opmaken. Wat is voor mij nog de moeite waard? Mag ik het leven ook verlaten? Tijdens het werken aan de module merk ik dat collega’s in andere disciplines zingeving ook een plek in de behandeling geven, veel meer dan ik had gedacht. En ik hoor dat het hun werk inspirerender en boeiender maakt, dat is goed om te horen.”

Afgevaardigden van beroeps-, branche- en patiëntenverenigingen

Relevante beroeps-, branche- en patiëntenverenigingen zijn gevraagd om afgevaardigden in de werkgroep plaats te laten nemen. De werkgroep bestaat uit 16 personen die 10 verschillende disciplines vertegenwoordigen en er is een vertegenwoordiger van het patiëntperspectief. Anja: “Bij vaktherapie gaat het om ervaren en verbeelden van delen van je eigen narratief en dan komen zingevingsvragen vaak naar boven. Mijn interesse voor dit onderwerp was bekend bij de Federatie Vaktherapeutische Beroepen (FVB) en daarom hebben ze mij als afvaardiging voorgesteld.”

Ben: “Ik vind het belangrijk dat zingeving onderdeel is van zorg en behandeling. Dat professionals het als een aspect van hun zorg erkennen en daarin worden ondersteund. Ook is het goed dat mijn discipline, geestelijke verzorging, onder de aandacht wordt gebracht en erkend als specialisme. Er bestaan nogal wat misverstanden over dat vak. Vaak denken mensen dat geestelijk verzorgers alleen religieuze vragen bespreken. Integendeel, ze praten met iedereen over de vragen die het leven aan je stelt. En iedereen heeft weer eigen bronnen om op de vragen iets van een antwoord te geven. Die bron kan religie zijn, maar ook een film, de natuur, vriendschap of poëzie.”

Elke zes weken samen komen

Anja: “Ongeveer elke zes weken komen we met de werkgroep online bij elkaar. Het begin is plenair en vervolgens gaan we in subgroepen uiteen om input op te halen of aan een hoofdstuk te werken. We schrijven de verschillende hoofdstukken los van elkaar en elke subgroep heeft een penvoerder. Er worden verschillende perspectieven verzameld waarover een besluit genomen moet worden, wat nemen we wel op en wat niet? Het goed de tijd nemen voor het proces en het verzamelen van input komt de kwaliteit ten goede en geeft ruimte voor veel verschillende perspectieven.”

Ben: “De bijeenkomsten worden goed voorbereid, we bespreken en evalueren verschillende hoofdstukken die in subgroepjes verder worden uitgewerkt. Dit is een prettige vorm van werken. We hebben ook tijdsdruk om de module af te krijgen, dus houden we tussen de bijeenkomsten door contact met elkaar.”

Samenwerking tussen verschillende disciplines en perspectieven binnen de werkgroep

Anja: “In het begin was het lastig om te bepalen wat er wel en niet in de module moet komen. Je wilt bijvoorbeeld uitleg geven over bepaalde interventies en tegelijk kort en bondig blijven. Daar zit een spanningsveld, enerzijds wil je voldoende handvatten bieden en anderzijds wil je niet alles dichttimmeren. Er is tijdens de bijeenkomsten ruimte om met elkaar in gesprek te gaan en dat is heel goed. En soms is het fijn als de penvoerder of voorzitter zegt ‘zo gaan we het doen’.”
Ben: “De gesprekken zijn gericht op consensus, soms moeten er knopen worden doorgehakt en daarin neemt de voorzitter zijn of haar verantwoordelijkheid.”

Anja: “Online samenkomen gaat goed, maar ik vind het ook heel fijn dat we binnenkort weer fysiek samen kunnen komen. Het is een grote groep met veel verschillende disciplines. Dat is prettig, want daardoor hebben we diverse input en doordat veel belanghebbenden vertegenwoordigd zijn hebben we ook een groot bereik. Dit maakt het vergaderen af en toe ook lastig, want we zitten niet altijd op één lijn.
De samenwerking in de groep is prettig, ik voel me welkom en er is ruimte voor verschillende perspectieven. Ik voel me gehoord en ook voeren we pittige discussies. Wat mij betreft mag het cliëntperspectief nog meer centraal staan, daar beginnen en samen met hen kijken welke vragen er leven en welke antwoorden de ggz daarop kan geven. Ik mis in de werkgroep ook vertegenwoordiging van diverse religies. De module wordt nog wel gelezen door een klankbordgroep waarin vertegenwoordigers met heel diverse achtergronden zitten. Het belangrijkste voor nu is dat er wordt gewerkt aan een visie en een startpunt, dat is mooi.”

Ben: “Ik zie uit naar het resultaat van ons harde werken. We zitten inderdaad niet altijd op één lijn. En dat hoeft ook helemaal niet. Zingeving, religie en spiritualiteit, het is een bont en kleurrijk landschap. Vooral dat, het brengt kleur in het leven van mensen. In de ggz domineren diagnoses en ziektebeelden en dat is allemaal nodig om het lijden van mensen te verlichten. Maar die systematiek kan de wereld té overzichtelijk maken. En zwart-wit. Gelukkig komt er ook steeds meer zicht op de spirituele en levensbeschouwelijke kleur van mensen. Wat ze zelf in huis hebben om hun eigen lijden te verlichten. Waar ze troost en verbinding vinden. De ggz hoeft daar alleen maar oog voor te hebben. Ernaar te vragen, er respect voor hebben. We hopen dat de module daar een bijdrage aan mag leveren.”

Ontwikkelproces

Een generieke module beschrijft de zorg rondom een algemeen onderwerp dat relevant is voor meerdere psychische aandoeningen.