Paul Ulrich over evalueren in de behandeling: “context is cruciaal”
Paul Ulrich is belangenbehartiger voor cliënten en naasten in de ggz én namens MIND betrokken bij de ontwikkeling van diverse zorgstandaarden. Als je iets wilt bereiken, dan moet je af en toe kijken of je op koers bent. Paul kan zich daarom niet voorstellen dat je als behandelaar niet evalueert. Dat kan met vragenlijsten en ook door samen persoonlijke doelen te stellen. “Een benadering, die rekening houdt met contextuele factoren, is een waardevolle aanvulling”, aldus Paul.
Paul vergelijkt het zorgproces vaak met navigeren op zee. “Voordat je ergens heen vaart, moet je je positie bepalen. Waar ben je? Dat is de fase van diagnosticeren, waarin je de huidige situatie evalueert om je vertrekpunt vast te leggen. Vervolgens bepaal je je doel. Waar wil je naartoe, wat wil je bereiken? Als je dat weet kun je een route uitstippelen, een zorgplan opstellen. Zodra je in beweging bent, is het belangrijk om bij te houden of je nog steeds op koers zit, of dat je bijvoorbeeld te maken krijgt met tegenstroom.”
Evalueren als vast onderdeel zorgproces
Paul legt uit waarom regelmatig evalueren onmisbaar is in dit proces. “Als je niet evalueert, kun je je doel helemaal voorbijvaren. Met als resultaat eindeloos doorbehandelen. Dat is niet wenselijk. Evalueren hoort daarom een vast onderdeel te zijn van het zorgproces. Door te evalueren kom je erachter of je op de goede weg bent, of dat je iets moet aanpassen. Soms kom je er tijdens het evalueren achter dat je beter voor een andere behandeling kan kiezen of een verkeerde diagnostiek hebt gedaan.”
Persoonlijke doelen vaststellen
Evalueren kan volgens Paul op veel verschillende manieren. Bijvoorbeeld door middel van vragenlijsten, maar ook door samen met de patiënt persoonlijke doelen vast te stellen. “Prof. dr. Jan Smit gaf eens het voorbeeld van een patiënt met een angststoornis die zichzelf als doel had gesteld om minstens eenmaal per week alleen naar de bioscoop te gaan. Toen hij later meldde dat hij zelfs twee keer was geweest, was duidelijk dat het doel was bereikt. Op dat moment kun je je afvragen of het nog nodig is om een uitgebreide vragenlijst in te vullen. Uiteindelijk gaat het erom dat iemand weer verder kan gaan met zijn leven. Als het bezoeken van de bioscoop voor deze persoon de ultieme test is en hij slaagt daarvoor, dan kan dat als een betekenisvolle overwinning worden beschouwd.”
Context speelt altijd een rol
“Bij het evalueren speelt context altijd een rol”, vervolgt Paul. “Er zijn verschillende manieren van evalueren, waarbij het belangrijk is om samen met cliënt en naasten betekenis te geven aan de uitkomst, zodat er geen eenzijdig of vertekend beeld ontstaat. Een stoornis is een complex begrip dat zowel door interne als externe factoren wordt beïnvloed, zoals de situatie waarin iemand zich bevindt. Wanneer bijvoorbeeld alleen de uitkomsten van vragenlijsten worden gebruikt, dan vang je niet altijd de complexe wisselwerking tussen het individu en zijn omgeving. Problemen met emotieregulatie bijvoorbeeld kunnen onopgemerkt blijven in een rustige omgeving. Bij het evalueren is een benadering die zowel het individu als zijn omgeving in beschouwing neemt daarom essentieel.”
Betrekken van naasten
Om een goed beeld te krijgen benadrukt Paul het belang van het betrekken van naasten in het evaluatieproces, mits zij dit kunnen en willen. “Naasten zijn zich vaak zeer bewust van de sociale en maatschappelijke beperkingen die een stoornis kan veroorzaken”, zegt hij. “Terwijl de innerlijke lijdensdruk voornamelijk de patiënt beïnvloedt, kan bijvoorbeeld een aanhoudende somberheid een zware wissel trekken op de directe omgeving. In de geneeskundefilosofie worden deze aspecten vaak opgedeeld in drie categorieën: disease, illness en sickness. Disease focust zich op de medische kant van de aandoening, illness richt zich op de persoonlijke beleving en sickness kijkt naar de impact op de omgeving. Bij het evalueren is het van belang al deze drie aspecten in beschouwing te nemen.”
Hoe vaak je moet evalueren is volgens Paul afhankelijk van de stoornis en de behandeling. Een formele evaluatie hoeft volgens hem niet heel vaak plaats te vinden. “Ben je bezig met een langdurige Wlz-behandeling dan hoef je echt niet elke maand of elke drie maanden te evalueren. Heb je het echter over een depressiebehandeling van twaalf sessies, dan is een evaluatie na zes weken op zijn plaats.”
Nazorg integraal onderdeel van zorgproces
Wat hij vooral belangrijk vindt is dat mensen zo snel mogelijk weer verder kunnen gaan met hun leven. Goed en regelmatig evalueren, maar ook investeren in nazorg kunnen daarbij helpen. “Ik pleit ervoor om nazorg een integraal onderdeel te maken van het zorgproces. Dat is wat we nodig hebben. Weten dat er een vangnet is zodat de patiënt veilig losgelaten kan worden”, aldus Paul.