Hoe help je iemand met zelfbeschadigend of suïcidaal gedrag?
Zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag zijn ingewikkelde en gevoelige onderwerpen. De nieuwe werkkaart Zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag geeft ggz-professionals handvatten, tips en achtergrondinformatie over de verschillen en overlappingen van beide gedragingen. De werkkaart hoort bij de generieke module Diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag en is ontwikkeld door professionals uit het veld, de Landelijke Stichting Zelfbeschadiging, 113 zelfmoordpreventie en Akwa GGZ.
Herkennen verschil
“Zelfbeschadiging is niet het begin van zelfdoding, het is een poging tot overleving,” Paul Ulrich, vrijwilliger Landelijke Stichting Zelfbeschadiging.
Er zijn verschillende motieven en factoren die het gedrag veroorzaken of versterken. Hoewel het twee verschillende gedragingen zijn, kan er in de praktijk overlap zitten tussen beiden. Als zelfbeschadiging ernstiger wordt, kan dit bijvoorbeeld leiden tot of gezien worden als een suïcidepoging. Deze nieuwe werkkaart helpt beide gedragingen te herkennen en biedt handvatten voor hoe je ermee om kunt gaan. De kaart maakt duidelijk hoe je het juiste gesprek voert, wat juiste maatregelen zijn en wat je beter niet kunt doen als je iemand wilt helpen.
Dr. Kirsten Hauber, psychotherapeut en voorzitter Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie: “Deze werkkaart biedt broodnodige informatie en houvast aan onderwijs en jeugdzorg over wat zelfbeschadigend en suïcidaal gedrag is, hoe je in gesprek gaat, wanneer je moet ingrijpen en op welke manier. Dit kan als kantelpunt dienen in de omgang met jongeren met deze problematiek. Ik hoop dat de kaart veel wordt gedeeld.”
Dr. Nienke Kool, onderzoeker bij Centrum Intensieve Behandeling| Fivoor : “Ga het gesprek aan, luister, en oordeel niet. Dat is wat je moet doen bij iemand die zichzelf beschadigt of suïcidaal is. Deze werkkaart laat zien hoe je dat op de juiste manier doet.”
Diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag
Op GGZ Standaarden vind je hulpmiddelen om suïcidaal gedrag te herkennen en de juiste hulp te bieden.