Hester den Hartog, nieuw bestuurslid Akwa GGZ
De raad van toezicht van Akwa GGZ heeft Hester den Hartog benoemd tot nieuw bestuurslid, zij volgt Arnoud van Buuren op. We spreken met Arnoud van Buuren over zijn activiteiten als bestuurslid de afgelopen drie jaar en met Hester den Hartog over haar plannen en verwachtingen als nieuw bestuurslid.
Bestuur van Akwa GGZ
Het onafhankelijk bestuur bestaat uit vijf leden en een voorzitter. De leden van het bestuur functioneren zonder last of ruggespraak van ggz-partijen en richten zich bij de uitvoering van hun taak naar het belang van Akwa GGZ. Het bestuur initieert en stimuleert nieuw beleid, bewaakt de juiste balans, focus, fasering én uitvoering van vastgesteld beleid. Het bestuur delegeert verantwoordelijkheden en activiteiten aan de directie en medewerkers van Akwa GGZ.
Vertrekkend bestuurslid Arnoud van Buuren
Arnoud van Buuren is arts en psychotherapeut en werkt sinds 1989 in een eigen praktijk, gevestigd in een gezondheidscentrum. Ook is hij verbonden aan diverse RINO’s als docent, o.a. aan de opleidingen GZ-psycholoog en psychotherapeut. Hij was tot 2017 voorzitter van de LVVP, die hem voordroeg voor het bestuur van Akwa GGZ.
De praktijk versus beleid
Arnoud van Buuren: “De afstand tussen praktijk en beleid is soms groot, vooral bij kwaliteit. In het bestuur heb ik me sterk gemaakt om zorgstandaarden en de doorontwikkeling daarvan meer naar de praktijk te brengen. Ze zouden bijvoorbeeld handzamer mogen zijn en we kunnen professionals er nog meer op attenderen dat ze er zijn. Voor mij als psychotherapeut is het bijvoorbeeld niet praktisch dat zorgstandaarden vooral stoornis gerelateerd zijn. In mijn dagelijkse werk kom ik niet veel op zichzelf staande stoornissen tegen en kan ik meer met de generieke modules. Dat wisselt natuurlijk per hulpverlener. Voor de inzet van ROM heb ik juist een sterke binding met de praktijk ervaren, omdat je vanuit de praktijk ook bezig bent met wat je cliënt vindt van je behandeling. De wijze waarop wij als Akwa GGZ de rol van ROM hebben veranderd en uiteindelijk neergezet, sluit nu goed aan bij de praktijk.
Ik vind het belangrijk om in bredere zin te kijken naar hoe je kwaliteit in de ggz kan bevorderen. Er zijn veel verschillende aspecten van kwaliteit waar je naar kunt kijken. De attitude van de hulpverlener, het hele proces van hulpverlening, hoe je mensen motiveert en ook het persoonlijk contact tussen de hulpverlener en de cliënt zijn aspecten die de kwaliteit in belangrijke mate bepalen.
Akwa GGZ beslaat breed spectrum in de ggz
We mogen trots zijn op hoe Akwa GGZ als organisatie vanaf de grond is opgebouwd en hoe het er nu voor staat. We hebben een divers bestuur dat de hele ggz vertegenwoordigt en we vergaderen constructief en opbouwend ondanks deze diversiteit. Het is mooi te zien dat juist in de vergaderingen die overstijgende rol de overhand had. Juist ook omdat iedereen zonder ruggespraak is benoemd, waren we overstijgend voor de gehele ggz bezig.
Ik vond het persoonlijk boeiend om de ROM-discussie van dichtbij mee te maken en de diverse standpunten te beluisteren en mee te nemen in ons beleid. En je moet vooruit durven denken, ook met de zorgstandaarden. Hoe kunnen we die op de juiste manier inzetten en gebruiken zodat de cliënt en de hulpverlener erbij gebaat zijn.
Van patiënt tot zorgverzekeraar
Ik vond het leerzaam om met mensen vanuit alle verschillende disciplines in de ggz samen te werken. Juist ook de invalshoek vanuit het cliëntperspectief en de instellingen. Maar ook weten wat er speelt bij het Zorginstituut en zorgverzekeraars is interessant om mee terug te nemen naar je eigen praktijk. Hoe kijken deze partijen naar de ggz, tegen welke problemen lopen zij aan? Zo kun je alles, ook je eigen werk, beter in de context van het geheel overzien, dat is nuttig en interessant.
Het stokje gaat over aan Hester den Hartog
De oprichting van Akwa GGZ was niet altijd makkelijk en nog steeds is niet iedereen het overal mee eens, maar dat kan ook niet. Ik vind dat je altijd moet durven luisteren naar het tegengeluid, je moet weten wat er speelt in de praktijk.
Ik hoop dat mijn opvolgster, Hester den Hartog, de discussie over dat er verschillende manieren zijn om naar kwaliteit te kijken warm houdt en dat het toepassen van zorgstandaarden er daar maar één van is.”
Nieuw bestuurslid Hester den Hartog
Hester den Hartog is sinds 2019 zorginhoudelijk lid raad van bestuur van de Viersprong. Daarnaast is zij binnen deze instelling werkzaam als klinisch psycholoog/psychotherapeut en ook als supervisor gedragstherapie en schematherapie. Eerder was ze werkzaam als manager zorg en behandelaar bij PsyQ en ze begon haar loopbaan bij de RIAGG Rijnmond. Verder heeft zij vanaf 2004 tot 2019 een eigen psychotherapiepraktijk gehad, waarin zij naast behandelingen ook supervisies en leertherapieën heeft gegeven en lesgaf voor de RINO.
Van behandelaar naar bestuurder
“Als bestuurder is het mijn ambitie om de ggz voor grotere groepen mensen toegankelijker te maken en inhoudelijk te verbeteren. Toen ik psycholoog werd wilde ik – een beetje naïef misschien – mensen beter maken. Ik vind het nog steeds heel erg mooi om zelf mijn vak uit te oefenen en zo vaak te merken dat mensen écht beter worden! Als bestuurder wil ik – ook naïef misschien, maar goed – meer mensen beter maken. Ik zie ook hoe lastig dat is door allerlei problemen, waaronder de lange wachttijden voor diverse groepen patiënten. Om dat op te lossen moeten we instelling overstijgend, misschien ook wel sector overstijgend samenwerken. Daar wil ik als bestuurslid aan bijdragen: samen werken aan het meer toegankelijk maken van de ggz. Juist omdat het hele veld er bij elkaar komt -cliënten, behandelaren, zowel vrijgevestigd als vanuit instellingen, diverse beroepsgroepen en wetenschappers – spreekt Akwa GGZ mij zo aan.
Kwaliteit van een behandelaar en een behandeling
Als behandelaar en supervisor denk ik dat de kwaliteit van een behandeling door twee aspecten wordt bepaald, namelijk door de combinatie van intuïtie, empathie en goed toegepaste methodische interventies. Beter nog: persoon en methodiek. Een behandelaar moet op een authentieke, persoonlijke manier contact kunnen leggen en binnen dat contact de juiste methodische interventies goed kunnen toepassen. Beide zijn even hard nodig om een goede behandeling te kunnen geven en opleidingen moeten zich dus op beide richten.
Ik houd mezelf zoveel mogelijk aan bewezen behandelingen en doe alleen die behandelingen waarin ik echt geschoold ben. Voor mij is dat onder andere individuele schematherapie. De kwaliteit van een behandelaar leidt pas tot een goede behandeling als er ook een goede samenwerking is met de cliënt en als shared decision making wordt toegepast.
Werken aan kwaliteit als bestuurder
Als bestuurder van een organisatie komen hier nog andere dimensies bij. Naast behandeleffectiviteit kijk ik naar een dimensie als gelijkheid. Hoe geef je de verschillende groepen in de samenleving, bijvoorbeeld mensen met een migratieachtergrond of een verstandelijke beperking dezelfde toegang tot onze zorg? Efficiëntie is ook een aspect van kwaliteit: geven wij bij een bepaalde cliënt wel de meest verstandige behandeling als er ook een kortere behandeling beschikbaar is die tot dezelfde behandeleffectiviteit leidt? In die zin heeft kwaliteit ook met euro’s te maken. Als de behandeling van een patiënt tegen lagere kosten kan worden uitgevoerd, dan is het de verantwoordelijkheid van ons als sector om daar iets mee te doen, zodat we meer mensen beter kunnen maken. Binnen de Viersprong doen we momenteel onderzoek naar dit soort aspecten. Niet het vergelijken van verschillende methodieken, maar het vergelijken van verschillende doseringen binnen één methodiek staat centraal. Want als we met een lagere dosering hetzelfde kunnen bereiken, kunnen we met dezelfde mensen meer mensen beter maken. Dat is niet alleen goed voor de euro’s, maar ook belangrijk gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt.
Tijdigheid en toegankelijkheid zijn natuurlijk hele actuele dimensies van kwaliteit. Binnen de Viersprong wordt sinds mijn aantreden het programma Toegankelijkheid uitgevoerd. Dit programma bestaat uit meer dan 20 deelprojecten en heeft onze toegankelijkheidsratio’s met ruim 30% verbeterd. Toegankelijkheid – de wachtlijsten – is een probleem dat bestaat uit een veelheid van factoren, zowel binnen een instelling, als instelling en zelfs sector overstijgend, waardoor je volgens mij alleen met uitgebreide programma’s die op al die factoren tegelijkertijd ingrijpen, echt iets aan dit probleem kunt doen. Het gaat dan niet alleen om wachttijd vermindering, maar ook om mensen sneller op de juiste plek te krijgen, waardoor ze mogelijk minder behandeling nodig hebben. Het is belangrijk dat we daarin over diagnoses en ook over instellingen heen kunnen kijken en samen zorgen dat ons zorglandschap minder versnipperd en gefragmenteerd wordt ingericht.
Verder is ook het cliëntperspectief belangrijk om kwaliteit te verbeteren. Dat geldt voor mij als behandelaar en daarbij vind ik ROM een fantastisch hulpmiddel. Maar ook in mijn rol als bestuurder vind ik het heel leerzaam en nuttig om met onze cliëntenraad te spreken en hun perspectief op onze organisatie te horen, ik merk dat de organisatie daar beter van wordt.
Managen vanuit de inhoud en samenwerken in de sector
In de jaren dat ik nog alleen behandelaar was, viel het me op dat behandelaren het management vaak als last zien, iets waar je zoveel mogelijk om heen moet werken. Zoals iemand een keer zei: een manager is een straaljager die overvliegt: even bukken en dan is het zo weer over. De andere kant daarvan is natuurlijk dat managers de behandelaren lastig weten te vinden, vaak met cijfers en getallen zwaaien, terwijl daar het hart van de behandelaar meestal niet ligt. Dat inspireerde mij om, vanuit de inhoud, leiding te gaan geven binnen een zorgorganisatie. Door te managen en te besturen vanuit de inhoud denk ik dat je een betere bedrijfsvoering krijgt waarmee je met elkaar meer mensen beter kunt maken. Daarbij zijn behandelrichtlijnen en zorgpaden voor mij belangrijk. Kwaliteitskaders voorkomen niet alleen onderbehandeling, maar ook overbehandeling. Inhoudelijke kaders vanuit de organisatie kunnen behandelaren én cliënten helpen een behandeling tijdig af te sluiten en samen het gesprek te voeren over wat de grenzen zijn van beter worden. Alleen door elkaar hierbij te helpen kunnen we kundig en in dialoog te lange en te weinig effectieve behandelingen voorkomen en zo ruimte maken voor al die mensen die wachten op zorg.
Ik hoop dat we daarin ook als sector samen stappen vooruit gaan zetten, mijn indruk is soms dat we te verdeeld zijn geraakt, het stelsel van marktwerking heeft daar ook niet altijd positief aan bijgedragen. De laatste tijd is er al veel verbeterd, bijvoorbeeld door de diverse regionale tafels en ik hoop dat het nieuwe zorgprestatiemodel de sector ook gaat ondersteunen in de richting van samenwerken, juist bij de hoogcomplexe patiënten. Het is hoog tijd dat wij als sector meer het voortouw nemen en Akwa GGZ is een organisatie die dat proces kan ondersteunen.
Platform voor de gehele ggz
Het mooie aan Akwa GGZ vind ik dus dat het hele veld er bij elkaar komt, de cliënten, de behandelaren en de wetenschappers. Behalve langs deze brede horizontale as wordt er langs de verticale as kennis gedeeld. Landelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen enerzijds en bottum-up feedback van cliënten en behandelaren anderzijds worden uitgewisseld en zo leren we van elkaar. De dialoog over de zorgstandaarden met cliënten en professionals vind ik daar een goed voorbeeld van. Door in het veld op te halen waar behandelaren tegenaan lopen en door hen handvatten te bieden kunnen we samen kwaliteit verbeteren.
Dat is volgens mij waar het binnen Akwa GGZ over gaat: leren in een veilige omgeving, als behandelaar, als organisatie, als veld. Heel graag ga ik daar met al mijn energie aan bijdragen!”