Herstelondersteunende taal

19 juli 2021

Wanneer voelt iemand zich werkelijk gehoord en gezien? Als de ander begrijpt wat je zegt, als je echt interesse toont, als je samen beslissingen neemt, als er wederzijds vertrouwen is? Bij GGZ Drenthe werken ze vanuit het motto Wij zien mensen, dit krijgt op verschillende manieren vorm tijdens de behandeling. Een centraal thema is bijvoorbeeld herstelondersteunende taal. We spreken met Dorien de Groot en Michiel van den Oever van GGZ Drenthe.

Cliëntreis: invloed en zelf regie nemen
Dorien de Groot, klinisch psycholoog en manager behandelzaken van het Traumacentrum GGZ Drenthe: “We werken aan een optimale cliëntreis, waarin de cliënt zoveel mogelijk invloed uitoefent op het behandelproces en waar mogelijk zelf regie neemt. Omdat we een nieuw EPD inrichten, willen we daarin ook een stap maken met de taal die we gebruiken, zodat cliënten begrijpen wat erin staat. De cliënt heeft inzage in het dossier, dit heeft alleen maar meerwaarde als het dan ook te begrijpen is. Uiteindelijk is het EPD van de cliënt, wij zijn er te gast en moeten wij ons zo verwoorden dat de cliënt alles kan begrijpen wat erin staat.”

GGZ Drenthe

Zelf aan hulvraag werken
Michiel van den Oever, psychiater Optimaal Leven bij GGZ Drenthe. “Optimaal leven is onze proeftuin waarin wij herstelondersteunende zorg bieden. We werken bijvoorbeeld in één team samen met verslavingszorg, ambulante woonbegeleiders en gemeentewerkers, zo schakelen we zonder drempels met elkaar. We werken met het R-ACT model en Peer-supported Open Dialogue (POD), daarin werkt de cliënt samen met zijn persoonlijke netwerk en professionele hulpverleners aan eigen hulpvragen.

Alle mensen binnen Optimaal Leven vallen binnen het ‘ernstige psychische aandoeningen (EPA) spectrum’, vaak in combinatie met lichte verstandelijke beperking, verslavingsproblematiek en soms ook een forensische achtergrond.  Vanuit de herstelondersteunende visie voelt het raar om met ingewikkelde taal te praten of niet met naasten te werken. Je kijkt direct kritischer naar jezelf en je eigen organisatie. Je praat niet over mensen, maar bespreekt het met hen, een evaluatie doe je samen met je cliënt, de mens waar het over gaat.

Taalgebruik en herstelondersteuningsplan in de vorm van een gedicht
Taalgebruik is één van de dingen waar ik het in het team over heb, we hebben het bij voorkeur niet meer over een patiënt of cliënt, maar over Pieter of Esther. Uiteindelijk maakt dat een verschil. Het zit hem soms in kleine dingen of woorden waardoor je zonder het te merken de regie overneemt terwijl de regie cliënt bij de hoort. Doordat onze cliënten en ervaringsdeskundigen weten dat wij er zo in staan krijgen we ook feedback en laten ze het ons weten als ze niet tevreden zijn of iets niet begrijpen. Ze voelen dat die ruimte er is. Ook het herstelondersteuningsplan schrijft de cliënt zelf, één van mijn cliënten heeft het bijvoorbeeld in de vorm van een gedicht geschreven. Dat is heel waardevol in de behandeling en voor de cliënt.”

Minder jargon en samen beslissen
Dorien de Groot: “Als je wat langer herstelgericht en met eigen regie werkt, is het heel raar om cliënten te evalueren zonder dat ze erbij zijn. De cliënt moet waar mogelijk namelijk zelf kunnen beslissen wat hij of zij wil met de behandeling en aangeven hoe het ervoor staat. Het is nog niet vanzelfsprekend dat we met elkaar beslissen en goed uitleggen aan een cliënt wat bijvoorbeeld PTSS is, daar moet je vaardigheid in krijgen. Er zijn verschillende aandachtspunten. Het gaat onder andere om de manier waarop je dingen uitlegt. Als hulpverlener zijn we ons vaak niet bewust van de hoeveelheid jargon die we gebruiken. Daarnaast gaat het over samenwerken, elkaar betrekken, samen beslissingen nemen, de regie verdelen. Het is van belang om je daar als behandelaar bewust van te zijn. Vraag jezelf af, heb ik de ander betrokken? De procesevaluatie doe je met je team en de evaluatie over de cliënt samen mét de cliënt. Je moet je bewust zijn van voor wie je de rapportage over een gesprek schrijft, voor de cliënt. Met dat uitgangspunt schrijf je de rapportage zo, dat deze leesbaar en nuttig is voor de cliënt. Wat hebben we besproken, wat kan de cliënt daaruit meenemen en wat neem ik daar als behandelaar uit mee? Door herstelondersteunende taal te gebruiken, kunnen cliënt en behandelaar zich samen afvragen of ze nog op koers zitten en of ze nog werken aan het doel zoals ze dat vooraf hebben afgesproken.”

Cliënten stromen beter door en zijn meer tevreden
Michiel van den Oever: “Wij hebben dit nu een paar jaar ingezet en uit de proeftuin blijkt dat mensen meer tevreden zijn met deze persoonlijke aanpak: ze ervaren meer geduld, ze vinden dat het echt over hen gaat en we zien dat het de doorstroom van cliënten positief beïnvloedt. Zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek laat zien dat het werkt. Cliënten zeggen bijvoorbeeld: ‘hij luistert echt’, dat is het mooiste compliment dat je als behandelaar kan krijgen, als iemand zich gehoord voelt. Ook heeft het mij persoonlijk veel gebracht. Ik probeerde onderdelen al eerder toe te passen in mijn werk maar toen was het nog niet vastgelegd en daardoor voelde het niet helemaal juist. Nu herstelondersteunende zorg ons beleid is, voel ik ook dat ik werk volgens een manier zoals we die binnen onze organisatie hebben vastgelegd.”

Zingeving
Ik vraag ‘Waar kom jij je bed vooruit?’ dat is wat je wil, dat iemand weer zin heeft om op te staan. Het gaat ook om zingeving en nut, dat werken we samen uit in het herstelplan. Het kost niet meer tijd om zo te werken, uiteindelijk levert het tijd op, omdat iemand eerder herstelt.  Het gaat om taal en ook om je houding naar de cliënt, dat is een mens met een verhaal. Samen bespreek je de voor-en nadelen van een behandeling. Dit maakt dat dat je herstelondersteunend werkt.

Inleven in de mens
Dorien de Groot: “Ontwikkelingen rondom het kwaliteitsstatuut en binnen de ggz laten zien dat we ons steeds bewuster zijn van het belang van herstelondersteuning, het inleven in de mens en zorg leveren die past bij je cliënt. Ik werk bijvoorbeeld veel met veteranen, je krijgt daar niet automatisch mandaat als burgerbehandelaar. Je moet je taalgebruik en omgang met je cliënten ook aanpassen aan hun context. Je vraagt je daarbij steeds af, begrijpen we elkaar wel. Als behandelaar is het de kunst om aansluiting te vinden bij iemand die in dit geval wellicht meer gewend is aan een opdracht- en bevelstructuur.

Wij zien mensen
Authentiek, transparant zijn over mogelijkheden, samen iets uitzoeken en iemand meenemen in de stappen die we als organisatie zetten om tot een beslissing te komen. Dit helpt de cliënt te begrijpen waarom iets wel of niet kan. Uitleggen waarom je een bepaalde interventie voorstelt, wat je ermee kunt bereiken en de cliënt zelf de keuze laten maken. Zo krijgt, Wij zien mensen, echt betekenis.

Jargon: uitbehandeld, coping….
De term “uitbehandeld” gebruik je als je een plafond hebt bereikt voor wat je kon bereiken binnen deze fase van iemands leven. Deze term wordt ook vanwege regels en procedures gebruikt. De term suggereert alsof er niets meer te doen is voor iemand. In het kader van herstelgerichte zorg houd je er rekening mee dat wanneer er dingen veranderen in iemand zijn leven, je soms ook weer nieuwe stappen kan gaan zetten.  We leggen dan uit dat je nog wel verder kan en dat het niet letterlijk uitbehandeld is.

Ook het woord coping wordt ook veel gebruikt, voor cliënten een onbegrijpelijk woord. Als je zegt, bij jou uit stress zich op deze manier, dan snappen iemand wel wat je bedoelt.  Wij zetten de deur altijd open om het gesprek aan te gaan, dan maak je het ook makkelijker voor mensen om ergens op terug te komen, een vraag te stellen of gewoon te zeggen dat ze iets niet snappen. Het begint eigenlijk al bij de huisarts, iemand krijgt een verwijsbrief mee met daarin een tekst die onleesbaar is, terwijl juist de cliënt zou moeten begrijpen wat er over hem of haar geschreven wordt.

De uitdaging zit hem in de operationalisering, vaak begrijpen professionals wel dat het anders moet maar hoe doe je dat in de behandelkamer. Je valt snel terug in oud gedrag, dus je moet goed met elkaar in gesprek, met je team bespreken hoe je dit met elkaar kunt doorvoelen en doorleven.”

Hoe leg je iets anders uit, gebruik de woorden van de cliënt
Michiel van den Oever: “Wat betekent een psychose voor de verschillende thema’s in je leven. We omschrijven dat samen op een whiteboard en de cliënt neemt er een foto van om dat later nog eens terug te kunnen kijken. We werken ook met de Yucelmethode waarin ons hele team is opgeleid.  Als de cliënt het woord flipperkast gebruikt voor de omschrijving van een psychose dan blijf ik dat woord daarna gebruiken in plaats van het woord psychose. In de praktijk zien we dat bijvoorbeeld verpleegkundigen en woonbegeleiders veel beter zijn in de taal van de cliënt spreken dan het ‘slimste jongetje of meisje van de klas’.

Het is ook mooi en leerzaam dat we steeds meer verhalen horen van cliënten, over hoe zij zich gevoeld hebben tijdens de behandeling. Het gebruik van richtlijnen, je eigen ervaring én de ervaring van cliënt en naaste moeten met elkaar in evenwicht zijn, door goed taalgebruik kun je deze drie met elkaar verenigen.”

Oproep aan cliënten, organisaties en professionals
“Graag komen wij in contact met cliënten, organisaties en professionals die hier ook mee bezig zijn zodat we met en van elkaar kunnen leren en informatie uitwisselen. We denken hierbij aan een aantal digitale bijeenkomsten.” Heb je interesse, ben je hier ook mee bezig of heb je hier ideeën over? Neem contact op met Astrid Partouns a.partouns@awkaggz.nl.

Mental Health Woordenboek
Lisa Reijners wil het taboe op geestelijke gezondheid graag doorbreken en zij miste goede definities van verschillende begrippen in de geestelijke gezondheidszorg. Zij ontwikkelde een woordenboek. Welke psychische stoornissen zijn er, wat voor therapieën, of welke medicatie is er tegen deze stoornissen? Wat betekenen de woorden ‘trigger’, ‘selfcare’ of ‘onzekerheid’? Je vindt haar boek hier.

Bekijk hier de generieke module Herstelondersteuning.