Compassievolle vragen stellen

14 augustus 2020

“Hoe gaat het nu met je?”, is een van de belangrijkste vragen die je kunt stellen als je je zorgen maakt over een ouder die drinkt, vertelt Anke Snoek. Anke Snoek is onderzoeker aan de Universiteit Maastricht, afdeling Health, Ethics and Society (HES). Binnen het ZonMw programma Ethiek & Gezondheid deed zij samen met collega Dorothee Horstkötter onderzoek naar de zorg voor ouders met een alcoholafhankelijkheid.

Anke: “We hebben kwalitatieve interviews afgenomen met medewerkers van jeugdzorg, verslavingszorg en ouders. Professionals geven aan dat ze ouders eerder willen zien, zodat ze kunnen voorkomen dat de problematiek escaleert. Het beeld dat bij professionals heerst, is dat ouders zorgmijdend zijn en actief hun drankgebruik en problemen verhullen. Toen we met de ouders spraken, kwam naar voren dat ze juist heel graag hulp willen. Rechtstreekse kritiek op hun drankgebruik of hun ouderschap ligt erg gevoelig. Hun drankgebruik zien ze als een symptoom, een coping strategie, om om te gaan met andere stressoren (PTSS, trauma, huiselijk geweld etc.). Voor deze stressoren willen ze heel graag hulp. Het gesprek insteken op deze onderliggende hulpvraag opent de deur.”

Handelingsverlegenheid

In de generieke module Zorg voor ouders met psychische en/of verslavingsproblematiek en hun (volwassen) kinderen (KOPP/KOV) wordt meerdere malen gesproken over handelingsverlegenheid. Dat komt ook in het onderzoek van Anke en Dorothee helder naar voren.

“Zowel professionals als ouders verbazen zich erover dat zoveel mensen weten dat er iets speelt, maar dat niemand wat doet. Dit gaat dan om buren, ouders op het schoolplein, leerkrachten, huisartsen, wijkagenten, thuiszorg, medewerkers op de kinderopvang en grootouders. Een ouder vertelde bijvoorbeeld dat de wijkagenten tientallen keren aan de deur zijn geweest voor meldingen van huiselijk geweld, maar nooit hebben gevraagd hoe het met de kinderen ging. Een andere moeder vertelde dat ze met een blauw oog en een dranklucht om zich heen op het schoolplein stond, maar dat niemand haar vroeg hoe het ging.”

Als je weet wat er speelt, maar geen vragen stelt dan vertoont dit een parallel met het ‘bystander effect’, meent Anke. “Bij het bystander effect zijn meerdere mensen getuige van iets wat niet door de beugel kan, maar niemand doet wat. Uit onderzoek naar het bystander effect blijkt dat mensen vaak niet handelen, omdat ze niet weten wat ze moeten doen en zich niet verantwoordelijk voelen. Voor professionals is dit soms het geval als er veel hulpverleners bij een gezin betrokken zijn, dan gaan ze er vanuit dat de ander het wel doet.”

Compassie

“Dit onderzoek geeft heel helder aan wat ouders willen dat omstanders anders doen. En dat is geen kritiek uiten op hun drankgebruik of ouderschap, maar wel vanuit compassie de oprechte vraag stellen: “Hoe gaat het met je?”, vertelt Anke. “Dat helpt en dan voelt het gesprek juist als een opluchting in plaats van een aanval. Voor professionals en omstanders die betrokken zijn bij deze gezinnen is dit bemoedigend om te weten, want zij hebben vaak het gevoel  dat ouders niet willen dat ze ‘ingrijpen’ in de privésfeer.”

Botsende belangen

Anke en Dorothee hebben een folder gemaakt voor professionals: ‘Botsende belangen. Het verbeteren van de zorg voor alcoholafhankelijke ouders en hun kinderen’. Daarin pleiten ze voor meer integrale zorg tussen jeugd- en volwassenzorg. Anke: “Wat ons opvalt is dat in de zorg voor verslaafde ouders heel vaak gedacht wordt in termen van botsende belangen. Enerzijds jeugdhulpverlening, anderzijds verslavingszorg voor de ouders. Deze organisaties werken vanuit verschillende waarden en behandeldoelen en vanuit verschillende geldstromen. Maar in gesprekken met ouders wordt zelden over botsende belangen gesproken. Ze proberen het beste te maken van vaak zeer complexe situaties, wat helaas vaak ook niet lukt. De belangen van ouders en kinderen zijn ook in hoge mate met elkaar verbonden. Kinderen willen dat het goed gaat met hun ouders en ouders willen dat het goed gaat met hun kinderen. “Hadden we maar eerder hulp gehad, dan waren we eerder gelukkig geweest”, vertelde een moeder.”

Hoe begin je als professional een gesprek met ouders als je vermoedt dat er thuis iets aan de hand is?

Om je hierin te ondersteunen is de werkkaart ‘Hoe praat je met ouders over ouderschap?’ ontwikkeld. Je vindt de werkkaart bij de generieke module op GGZ Standaarden.

Inzichten

“Als er bij het verlenen van hulp naar de belangen en het welzijn van zowel de verslaafde ouders als hun kinderen wordt gekeken, kunnen veel problemen overwonnen worden. Dat is één van de belangrijkste inzichten uit het onderzoek. Ouders geven aan dat zij dit erg motiverend vinden. In de folder noemen we ook een aantal ‘best practices’ om professionals meer handvatten te geven. Om te laten zien dat het vooral een heel praktische benadering is. Natuurlijk blijven er altijd extreme situaties waarbij wel ingegrepen moet worden en het kind tegen de ouder in bescherming moet worden genomen. In veel gevallen kan dit scenario voorkomen worden. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde en dat is goede zorg leveren.”

Belangrijkste aanbeveling

“Wat voor mij wel echt een eyeopener is, is hoe verdrietig ouders zijn dat niemand eigenlijk oog lijkt te hebben voor hun worsteling en lijden. En ik denk dat de mensen uit de directe omgeving van deze gezinnen een belangrijke rol kunnen spelen. Door ze te steunen en te helpen de weg naar de hulpverlening te vinden en het bieden van een luisterend oor. Ouders geven aan dat dit voor hen ook echt verschil kan maken. Een vriendin die aanbiedt mee te gaan naar de huisarts, mensen uit de kerk die interesse tonen in het verhaal achter de dranklucht. Maar ook een professional door wie ze zich echt begrepen voelen, die outreachend was, af en toe opbelde met de vraag: “Gaat het nog wel?” Maar ik denk dat er ook echt een ander beeld van de werkelijkheid geschetst moet worden, waarbij we los moeten komen van de heersende clichés en botsende belangen. Dat we de mens zien binnen zijn of haar complexe situaties en relaties en niet alleen als de verslaafde ouder. De fragmentatie van de zorg en de geldstromen maakt dit lastig.”

“Ik hoop dat de verhalen die wij delen, omstanders aanmoedigen om over hun handelingsverlegenheid heen te stappen. Dat het hen handvatten geeft in hoe ze met ouders kunnen praten op een manier die ouders motiverend vinden.”